Gisteren zijn we met een vijftigtal medebroeders van onze zes gemeenschappen naar het kerkhof geweest, waar 51 medebroeders begraven liggen. Het was 50 minuten rijden met de bus. Op het kerkhof staat een kapel, waar we de eucharistie gevierd hebben voor onze overledenen. Een salesiaan-bisschop (van Civitavecchia, dicht bij Rome) ging voor. Daarna gingen we zingend in processie naar de plaats waar de overleden medebroeders begraven zijn: een gebouw van zowat 6 op 6 meter (of ietsje groter) en zowat 8 meter hoog. Niemand is in de grond begraven, maar in ruimtes die binnenin het gebouw boven elkaar zijn geplaatst, zoals in de catacomben, maar dan boven de grond. De eerst begraven medebroeders hebben een gedenkplaatje, de laatst begravenen een echte verticale gedenksteen. Ook daar hebben we kort voor onze dierbare overledenen gebeden. Alles samen een sereen en betekenisvol christelijk en salesiaans gebeuren. Op het kerkhof is veel marmer te zien, soms echt monumentale stenen. En meer van dergelijke gebouwen.
Daarna zijn we in een restaurant gaan eten. Eenvoudig, maar gezellig. Recht over mij zat een medebroeder van 81 jaar. Als jonge man is hij met een kameraad naar Duitsland gevlucht, want in zijn land, Slovakije, kon hij zijn roeping niet volgen. Tot vijf keer onderstreepte hij met nadruk, me met zijn indringende ogen fixerend: "Eén minuut heeft het gescheeld, of ze schoten mij dood. Eén minuut! Ze zijn me de hele nacht in het bos komen zoeken. Ik heb ze op 20 meter zien passeren, maar ik ben kunnen ontkomen. God heeft mij gered!" Hij leefde eerst twaalf jaar in Duitsland en sindsdien in Italië. Pas in de jaren '80, dus zowat veertig jaar later, is hij voor de eerste keer naar zijn land terug gekeerd.
En vandaag is een trui teruggekeerd, die ik ongeveer een maand geleden niet terugvond op de speelplaats, toen ik hem op een warme namiddag buiten vergeten had. Nu is hij dus terug, netjes gewassen.
vrijdag 7 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten