Deze week viel het accent op twee zaken.
Vooreerst is onze congregatie bijna 150 jaar oud, namelijk op 18 december 1859. Op die dag legden 22 medebroeders hun eerste geloften af in de handen van Don Bosco, op zijn kamer. Onze congregatie zal dat volgend jaar uitvoerig vieren. In de lessen hebben we het begin gezien, hoe Don Bosco te werk ging. Hij moest namelijk uiterst delicaat zijn: de tijd was tegen het kloosterleven. Een minister had net zowat alle kloosters gesloten en verboden, behalve die nuttig waren voor de maatschappij (onderwijs en personenzorg). Het mag een wonder heten dat juist die minister aan Don Bosco voorstelde om een congregatie op te richten om zijn werk te bestendigen. Maar er moest een nieuwigheid zijn. Uiteraard moesten de leden religieuzen zijn voor de Kerk, maar - en dat was nieuw - moesten de leden alle burgerrechten en -plichten behouden voor de staat. En zo gebeurde het ook, met goedkeuring en stimulans door de toenmalige paus, Pius IX, die Don Bosco zeer genegen was.
Ten tweede viel het accent op een brief die Don Bosco aan zijn salesianen schreef, direct nadat de congregatie door Rome goedgekeurd was, namelijk in 1869. Hij beklemtoont erin dat we de constituties goed en stipt moeten naleven en dat er een goede communicatie moet zijn tussen de salesiaan en zijn directe overste.
zaterdag 18 oktober 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten