donderdag 2 oktober 2008

Missionarissen

Gisterenavond zat ik aan tafel naast een Haïtiaan. Hij heeft ooit nog in Brussel gestudeerd, in het Frans, in een instituut van de jezuïeten. Hij was zeer geïnteresseerd in ons politiek systeem. Hij bracht zelf direct al het begrip 'taalgrens' aan en wist zeer goed hoe de verhoudingen tussen Wallonië en Vlaanderen liggen. Hij weet zelfs heel wat over onze geschiedenis. Uiteraard spraken we ook over zijn land. Na de maaltijd zijn we nog een half uurtje blijven napraten. Zeer boeiend.

Toen het over onze Vlaamse missionarissen in Haïti ging, werd hij zowaar nog enthousiaster dan hij al was. Hij kent hen allen persoonlijk of heeft hen persoonlijk gekend. Met wat een respect, waardering en dankbaarheid spreekt hij over onze Vlaamse missionarissen! Van één zei hij zelfs: "Die is totaal Haïtiaan met ons, Haïtianen, geworden. Alleen zijn huidskleur is niet veranderd. Hij heeft ons vooruit geholpen, gediend, zijn leven totaal gegeven voor ons. 'Un santo!!' ..."

Sinds ik hier toegekomen ben, hoor ik dikwijls dergelijke verhalen. Medebroeders uit Zuid-Amerika, Afrika, Azië... De meesten kennen Vlamingen en spreken met veel lof en waardering over hen. Eergisteren nog vertelde een Indiër over een Vlaming die een belangrijk boek in het Engels vertaald heeft. Hij is hem daar zeer dankbaar voor.

Natuurlijk is er een bijzondere band met de mensen van Congo, Ruanda en Burundi. Zij voelen zich met ons land verbonden. Van die verbondenheid mag ik dagelijks genieten. Vooral daar hebben vele missionarissen het beste van zichzelf gegeven, ja, hun leven gegeven of doen dat nog steeds. We mogen echt fier zijn op onze missionarissen!

En zoveel anderen zijn naar het Zuiden getrokken: scheutisten, witte paters, jezuïeten...

Toen ik vroeg naar het aantal roepingen in Haïti, werd mijn gesprekspartner wat treurig. Hij zei het ongeveer zo: "De westerse mentaliteit is in ons volk binnen geslopen. Men heeft het moeilijk met engagementen voor het leven. Een korte tijd, ja, maar niet voor het leven. Dat brengt heel onze roeping in gevaar voor de toekomst."

Er zijn natuurlijk ook andere verhalen. Grote groepen novicen en medebroeders in vorming in India, in Colombia en op zoveel plaatsen. Maar slechts weinigen in West-Europa. Met de Spanjaarden en de Italianen deel ik de pijn van het beperkt aantal roepingen. Hoe moet het verder met onze congregatie in West-Europa? Met de Kerk?

Een afrondertje: gisteren kwam een Poolse medebroeder terug, die pastoor is hier in de buurt. Hij bracht een straffe poescafé mee, uit Gdansk. Toen hij mij een scheutje gegeven had, zei ik 'nastrovie', wat hem heel verrast deed opkijken. In Taizé heb ik een zestal Poolse woorden geleerd. 'Nastrovie' betekent 'gezondheid'.

Geen opmerkingen: