donderdag 18 september 2008

Zelfevaluatie van het taalbad Italiaans

Na een deugddoende wandeling en rustend in het gras op een heuvel, op de rug genietend van de zon (24-25 graden), heb ik gisteren mijn tussenevaluatie gemaakt na 3,5 weken taalbad Italiaans. Het bad is compleet: niet enkel in de lessen hoor en spreek ik Italiaans, maar ook de gebeden, de avondwoordjes van de oversten, de informatie, de gesprekken aan tafel, winkelen, de markt (elke dinsdag op 100 meter van hier), de drie telefoons die op mijn kamer binnen kwamen, alles, alles, alles is in het Italiaans. Anderen hier kunnen hun moedertaal spreken, want er zijn soortgenoten. Niemand die hier ook maar één woord Nederlands kent. Zelfs niet het woord 'frieten'. Als ze al een woord verstaan is het 'bier'. En zo is het goed: ik ben verplicht om Italiaans te leren verstaan en te spreken. Dat op zich is een heel goede methode. Een buitengewone kans. Een gunst, een geschenk. Ik ben daar zeer dankbaar om. Want zoals iemand schreef in een reactie: met de taal gaat een hele cultuur open. En de Italiaanse cultuur is bijzonder rijk!

Af en toe is het moeilijk geweest. Na een week de eerste stuntelige woordjes, halve zinnetjes... Het is weer eventjes kind zijn. En voortdurend gecorrigeerd worden. Maar ik pluk nu de vruchten van de studie, het trouw les volgen, overal aanwezig zijn waar ik verwacht wordt... Sommigen van de klas gingen er slordiger mee om. Vandaag kwamen er twee na de pauze een half uur (!) te laat (ze wonen alleibei ook hier in de universiteit), omdat ze naar de kapper geweest waren. De leraar verloor bijna zijn ogen, toen hij merkte wat er gebeurd was. Het is één voorbeeldje, zij het een heel duidelijk, van een mentaliteit. Maar de meesten hebben zeer ernstig gebruik gemaakt van de prachtige kans om Italiaans te leren.

Het Italiaans is een prachtige taal! Als je er wat in thuis bent, zingt ze gemakkelijk, de klinkers geven iets moois weer van het leven. 'Invisibili': vijf i's in één woord. En als dit woord gezegd wordt in combinatie met 'visibili', dan is de muziek volkomen: i visibili e gli invisibili: elf i's met één e tussen. Betekenis: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, een fragment uit een psalm die we gisteren baden. Het is een goed voorbeeld om te tonen met hoe weinig letters Italianen veel kunnen zeggen. Het maakt hun taal prachtig, maar voor een leerling moeilijk, omdat ze ook nog eens heel snel spreken. Je moet buitengewoon aandachtig zijn om elke letter gehoord te hebben. Oefenen, oefenen, oefenen.

Vandaag hebben we nog 'eventjes' de conjunctief gezien. Voor de leraar is de test maar een moment. Het leren gaat gewoon door. Nog huiswerk tegen morgen: de condizionale presens omzetten in condizionale passato. Zo is het goed. Ik heb nu een grammaticaal kader om de taal goed op te nemen en te gebruiken. Ik weet echter dat ik slechts de eerste pasjes gezet heb voor een lange bergwandeling. Maar ik weet ook dat het uitzicht telkens mooier wordt, naarmate ik hoger geraak. En dat je een bergwandeling maar volhoudt, als je traag gaat. Anders raak je je adem kwijt. Ik heb nog meer dan drie maanden te gaan. Wat een kans! Wat een mooie berg, de Italiaans taal.

Vandaag heb ik de hoofdverantwoordelijke voor de cursussen Italiaans en in het bijzonder onze leraar oprecht bedankt. Uiteraard in het Italiaans.

Daarnet heb ik de overste geholpen onze eetzaal wat in karnavalsstemming te brengen. Met hoedjes, een servetje in de glazen... Want het is vandavond de laatste avond dat deze groep samen is. De cursussen Italiaans, Latijn en Grieks eindigen morgenmiddag. Daarna verhuizen er heel veel. Ik behoud mijn kamer, maar moet naar een andere gemeenschap: van die van Don Rua (eerste opvolger van Don Bosco), naar Don Bosco. Het kan niet mooier.

Geen opmerkingen: