Deze middag voelde ik me als een wielrenner, die met voorsprong alleen over de meet rijdt, na een gelukte demarrage. Stel je voor! We moesten gisteren zoals altijd oefeningen maken tegen vandaag. Maar ook tijdens de les krijgen we constant veel opdrachten: we worden actief aan het werk gezet. Deze voormiddag was ik voortdurend met sprongen voor de anderen. Dat komt omdat het deze keer oefeningen waren, waarbij de kennis van het Frans en het Latijn echt wel helpen. Voor onze Koreaan, de Libanees, de Indiërs, de Timorees, de Congolees en de Braziliaan waren het zeer moeilijke oefeningen, omdat ze geen vertrekkader hebben. Het gaf me een goed gevoel.
Voor de Koreaan bijvoorbeeld is het een zeer zware opgave om hier in Italië Italiaans te leren. Hij toonde ons in zijn presentatie de lettertekens van het Koreaans, een taal die nog maar 500 jaar oud is. Ze hebben veel meer klinkers (meer dan tien) en veel minder medeklinkers. Hij moet overschakelen op een nieuw alfabet, leven in een totaal andere cultuur... Hij heeft het momenteel lastig. We proberen hem met z'n allen te troosten en te steunen en te helpen waar we kunnen.
Ik voel me echter helemaal niet beter dan mijn medeleerlingen, wel integendeel. Hun geheugen werkt stukken beter dan het mijne, ze praten vlotter in het Italiaans, presenteren met meer technische vaardigheden, sommigen begrijpen beter de gesproken dialogen (CD-rom) van de eerste keer... Elkeen is sterker dan de anderen op één of ander punt. Want taal heeft enorm veel facetten.
En nog een toemaatje: gisteren kregen we de eerste keer frieten...
donderdag 11 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten