Eindelijk zijn de twee Indiers en medebroeders aangekomen: hun visa is in orde. De groep is compleet, al kon de zuster van Eritrea in het geheel niet komen, want haar land laat haar niet buiten.
Deze voormiddag hadden we de eerste les. Ja, van die gids van gisteren. Prima man, ook als leraar. Hij luisterde naar iedereen: "Noem één ding dat je wil leren". En de tweede helft van de voormiddag gingen we naar het Davidmuseum, een schitterend opgebouwde tentoonstelling in het prachtig decor van het paleis waar David en de andere koningen woonden, waar Herodes woonde en zovelen na hem. Het museum geeft een overzicht vanaf de tijd voor Abraham (de Kanaanieten) tot aan de stichting van de staat Israel in 1948. Dus ook van de periode tussen Jezus en de 20° eeuw.
Deze namiddag begonnen we met een deelronde. Na een bezinning die me opnieuw tot tranenstoe ontroerde, mochten we vrij aan de groep meedelen wat we tot nog toe als een zegening ervaren hebben. Ik sprak over het lied van de eerste dag, dat we nu opnieuw hoorden: "To be is a blessing, to live is holy" en de betekenis van het woord 'sabbat', waarover ik ondertussen een tekst geschreven heb.
Nu zijn we met enkelen net terug van het cenakel, de plaats van het Laatste Avondmaal. Een lege ruimte. Er was een gebedsmoment voor de eenheid in deze week van de eenheid. Ik kon nauwelijks meezingen, zo geemotioneerd was ik, ofschoon er door een koor uit Beieren vijf liederen van Taizé gezongen werden. Ook daar de oproep van de voorganger om een zegening te zijn voor elkaar.
De indrukken zijn indrukwekkend en kunnen nog niet helemaal tot mijn diepste ziel doordringen. Het is nog moeilijk om ze een plaats te geven. Beseffen dat ik op de plaats was waar Jezus de laatste avond van zijn leven was, de eucharistie werd ingesteld, waar Jezus de voeten van zijn apostelen waste, waar Judas vertrok om Hem over te leveren... en hoeveel mensen nadien de eucharistie vierden, wereldwijd, en wat er in die vieringen allemaal is gebeurd en vanuit die vieringen tot stand is gekomen... Niet te vatten. Alleen maar stil worden en laten doordringen, maar dat zal nog tijd vragen.
Maar nu is het koud buiten. Een groot verschil: gisteren was ik bijna verbrand, nu is mijn dikste trui en een goede vest nauwelijks voldoende.
1 opmerking:
Dag Eric,
Het moet inderdaad sterk ontroeren. Vandaag gedichtendag. Ik wil jou dit gedicht over Jeruzalem meegeven.
Open vensters naar Jeruzalem
Mijn vensters staan open naar d'eeuwige stad,
naar 't land, vol van licht en van leven.
Mijn vensters staan open ; ik zie in de geest
mijn Heiland, van lichtglans omgeven.
Mijn vensters staan open, het stille contact
met Hem brengt de hemel mij nader.
Mijn vensters staan open ; in Jezus, mijn Heer,
zie ik God als mijn zorgende Vader.
Wat mij in dit leven vol strijd ook bedreigt,
de Heiland is steeds aan mijn zijde.
Al ben ik onmachtig, ja niets n mijzelf,
'k Ga veilig met zulk een Geleide.
houd open mijn vensters, o Heiland en Heer,
opdat mij geen vijand zal roven
mijn rust en mijn vrede, mijn blijdschap in U -
Houd open mijn vensters naar Boven.
Een reactie posten